"Ze kwamen tot de volgende ontdekking: de wet die de Heer door Mozes had opgelegd, schreef voor dat de Israëlieten tijdens het feest in de zevende maand in hutten moesten wonen. Heel de Israëlitische gemeenschap, allen die uit de ballingschap waren teruggekeerd, maakten loofhutten en gingen erin wonen. Sinds de tijd van Jozua, de zoon van Nun, hadden de Israëlieten dat niet meer gedaan. Er heerste een geweldige feestvreugde. Zeven dagen lang, vanaf de eerste dag van het feest tot en met de laatste dag, las Ezra voor uit het boek, uit Gods wet, en vierde men feest. Op de achtste dag was er, zoals was voorgeschreven, een slotbijeenkomst."